Langdurig en middellang ziekteverzuim op recordhoogte
5 januari 2024
Het voorbije jaar 2023 zette de stijging van het ziekteverzuim in ons land zich voort. Alles samen waren Belgische medewerkers bijna 10% van de werktijd afwezig door ziekte. Dat blijkt uit een analyse van HR- en Well-beingexpert Attentia. Zowel het middellang ziekteverzuim van meer dan één maand, als het langdurig verzuim van meer dan één jaar bereikten in 2023 een nieuwe recordhoogte. Ook het kort ziekteverzuim (minder dan één maand) lag vorig jaar hoger dan tijdens de coronaperiode, maar lager dan in 2022.
Stijging van zowel kort, middellang als langdurig verzuim
Jaar na jaar neemt het langdurig ziekteverzuim van meer dan één jaar toe in ons land, tot een recordhoogte van 3,76% in 2023. Ook het middellang verzuim tussen één maand en één jaar lag met 2,45% nooit eerder zo hoog. Al loopt die stijging minder gestaag, door een tijdelijke daling in 2020.
Op de langere termijn bekeken, neemt ook het kort ziekteverzuim (minder dan één maand) toe. Het cijfer lag het voorbije jaar weliswaar lager (3,53%) dan in 2022 (3,82%). Maar toen ging het om een éénmalige piek. In de coronajaren 2020 en 2021 lag het kortverzuim dan weer lager dan de globale tendens, op respectievelijk 3,15% en 3,25%.
Toenemende werkdruk én bewustzijn
De stijging van het ziekteverzuim wordt gedreven door een aantal onderling verbonden factoren, verklaart Edelhart Kempeneers, Medisch Directeur bij Attentia:
"Er is de toenemende werkdruk met hoge verwachtingen en strakke deadlines. Dit wordt nog versterkt door de groeiende nadruk op individuele prestaties en productiviteit, vaak ten koste van het persoonlijk welzijn. Bovendien draagt de snelle technologische vooruitgang bij aan een 'altijd bereikbaar' cultuur. Maar er is ook een groeiend bewustzijn rond geestelijke gezondheid, waardoor medewerkers eerder geneigd zijn om ziekteverlof te nemen voor psychologische klachten.”
Langdurig ziekteverzuim bij vrouwen dubbel zo hoog
Bij vrouwen ligt het langdurig ziekteverzuim dubbel zo hoog als bij mannen. Bij vrouwen is het verzuim van langer dan één jaar in 2022 en 2023 bijzonder sterk toegenomen. Ging het in 2021 nog om 4,67%, dan was dat in 2022 al 5,62% en vorig jaar zelfs 5,9%. Ten opzichte van 2,65% bij mannelijke medewerkers. Ook het verzuim tussen één maand en één jaar nam bij vrouwen toe van 2,66% in 2021 tot 2,92% in 2022 en 3,18% in 2023, ten opzichte van 2,07% bij mannen in 2023. Op het vlak van kort ziekteverzuim zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen een pak kleiner.
Dr. Kempeneers: “Nog steeds nemen vrouwen vaker dan mannen naast het werk ook de zorg thuis op zich; denk maar aan zorg voor de kinderen, het huishouden of mantelzorg. Ook is er nog veel niet geweten over klachten gerelateerd aan de menopauze, wat vaak miskend wordt als burn-out.”
Hoger verzuim bij ouderen en bij arbeiders
Het langdurig ziekteverzuim neemt ook toe naarmate medewerkers ouder worden. Van 0,39% bij twintigers en 1,47% bij dertigers, naar 3,09% bij veertigers, 6,02% bij vijftigers en zelfs 12,22% bij zestigers. Het kort ziekteverzuim neemt dan weer licht af met de leeftijd. Het middellange verzuim is het grootst bij medewerkers tussen 50 en 59 jaar oud.
Nog opvallend is dat het ziekteverzuim bij arbeiders een pak hoger ligt dan bij bedienden: 6,28% langdurig ziekteverzuim bij arbeiders, ten opzichte van 2,6% bij bedienden.
Dr. Kempeneers: “Bedienden doen over het algemeen fysiek minder belastend werk en hebben bovendien meer mogelijkheden om flexibel te werken, of om thuis te werken als ze zich wat minder goed voelen, maar niet echt ziek zijn.”
Hoogste verzuim in de zorg, laagste bij vrije beroepen
Bij de vergelijking van verschillende sectoren (volgens de NACE-codering) valt op dat de sector 'Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten' het laagste percentage langdurig zieken heeft (1%). In tegenstelling hiermee heeft de sector 'Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening' het hoogste percentage langdurig zieken (9,9%). Sectoren zoals 'Informatie en communicatie' en 'Financiële activiteiten en verzekeringen' scoren over het algemeen beter met lagere percentages in alle categorieën van verzuim.
In de zorgsector kunnen de fysiek en emotioneel veeleisende aard van het werk en de hogere blootstelling aan ziekteverwekkers een rol spelen. Omgekeerd is het lagere ziekteverzuim in bepaalde sectoren wellicht te danken aan een combinatie van factoren: de mogelijkheid tot flexibel werken, de aanwezigheid van preventieve gezondheids- en welzijnsprogramma's, de mogelijkheden tot thuiswerk of lichtere taken tijdens herstel na ziekte, de economische stabiliteit en arbeidsvoorwaarden binnen een sector.
Inzetten op preventie en communicatie
Hoe langer de afwezigheid, hoe kleiner de kans dat de medewerkers met succes weer aan het werk kan bij zijn oorspronkelijke werkgever. En hoe hoger de directe en indirecte kosten voor zowel werkgever als werknemer oplopen, zegt Dr. Kempeneers:
“Bedrijven maken dus best werk van een preventief verzuimbeleid, met duidelijke procedures en afspraken, maar ook rollen en verantwoordelijkheden. Ik pleit ook voor open en transparante communicatie. Over het beleid, maar zeker ook in het kader van re-integratie. Het is een misvatting dat medewerkers die ziek thuis zitten, vooral niet gestoord mogen worden. Op een gepaste manier contact houden, is net cruciaal om langdurig zieke medewerkers opnieuw en met succes aan de slag te krijgen.”
Over het onderzoek
De cijfers in deze analyse zijn gebaseerd op gegevens geregistreerd door medewerkers van bedrijven in de Belgische privésector. Voor 2023 telde de steekproef 225 werkgevers en 119.326 werknemers. Het percentage afwezigheid door ziekte wordt afgewogen ten opzichte van het totale aantal presteerbare uren.