Mobiliteitsbudget vooral gebruikt voor huur of woonlening
14 september 2023
Vrij shoppen in mobiliteitsopties
Sinds maart 2019 kan een werkgever beslissen om het mobiliteitsbudget aan te bieden aan werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen. In de plaats van een wagen krijgen die werknemers dan een budget – gemiddeld tussen de 8.000 en 10.000 euro per jaar – waarmee ze kunnen ‘shoppen’ in een aanbod van mobiliteitsopties. Die opties zijn door de overheid ingedeeld in 3 pijlers:
- Een kleinere, minder dure en vooral milieuvriendelijkere bedrijfswagen.
- Duurzame vervoermiddelen en/of sinds vorig jaar ook huisvestingskosten voor werknemers die binnen een straal van 10 kilometer van het werk wonen.
- Als het mobiliteitsbudget nog niet volledig is besteed in pijlers 1 en/of 2, kan de werknemer het resterende bedrag in cash ontvangen.
Vooral keuzevoor huur of lening
De opties onder de zogenaamde tweede pijler zijn vandaag de meest interessante, want vrijgesteld van belasting voor de werknemer en integraal aftrekbaar voor de werkgever. Bovendien zijn er geen sociale bijdragen verschuldigd. Opvallend is dat 63% van de gebruikers van deze pijler ervoor kiest om het volledige mobiliteitsbudget te spenderen aan huisvestingskosten. In mindere mate (37%) wordt pijler 2 gebruikt voor pure mobiliteitsoplossingen. In de eerste 6 maanden van dit jaar ging bijna 90% van het totale mobiliteitsbudget van alle gebruikers samen naar huisvestingskosten.
Uitgedrukt in transacties is openbaar vervoer dan weer de meest populaire optie. Bijna 60% van alle transacties tussen januari en juni van dit jaar, waren aankopen voor openbaar vervoer. Want waar huisvesting éénmaal per jaar aangevraagd en geregistreerd wordt, wordt elk ticket, elke rittenkaart of elk abonnement apart aangekocht.
Het resterende bedrag onder de derde pijler wordt eerst verminderd met een bijzondere werknemersbijdrage van 38,07%, maar blijft verder vrij van inkomstenbelasting.
Wapen in de war for talent
Maar naast het fiscale zijn er nog meer voordelen voor de werkgever, zegt Eefje Dulsster, Manager Bonus bij Attentia:
“De manier van werken is veranderd, met een duidelijke verschuiving naar flexibeler werken. In deze context is het nóg relevanter om een mobiliteitsplan te integreren. Auto, bus, tram, step of andere vervoersmiddelen, iedereen heeft eigen voorkeuren om het woon-werkverkeer in te vullen. Werkgevers die hieraan tegemoetkomen merken een hogere tevredenheid onder de medewerkers, wat resulteert in minder personeelsverloop en een betere werksfeer. Maar een mobiliteitsbudget kan ook helpen om nieuw talent aan te trekken. En bedrijven tonen ermee dat ze zich concreet inzetten voor duurzaamheid.”
Populariteit groeit, maar piekt nog niet
Na een trage start neemt de populariteit van het mobiliteitsbudget als alternatief voor een bedrijfswagen vandaag stilaan toe, merkt Bert Van Molle, Sales & Marketing Manager bij Olympus Mobility:
“Vorig jaar kenden we een groei van 60% in bedrijfsklanten en 90% in gebruikers ten opzichte van 2021. De eerste 6 maanden van dit jaar zien we een groei van 18% in klanten en 25% in gebruikers. Het mobiliteitsbudget is vooral populair bij jonge medewerkers die in de stad wonen nabij de werkplek en geen wagen nodig hebben. De nieuwe generatie zit niet te wachten op een bedrijfswagen en wil een volwaardig alternatief.”
Maar algemeen ingeburgerd bij bedrijven is het mobiliteitsbudget zeker nog niet, stelt Bert Van Molle vast:
“We vermoeden dat de echte groei pas zal komen met de elektrificatie van de wagenparken. Elke elektrische wagen voldoet immers aan de voorwaarde van maximaal 95 gr CO² voor pijler 1.”
Over het onderzoek
De analyse is gebeurd op basis van reële klantendata van HR- en well-beingexpert Attentia en Olympus Mobility, marktleider in implementatie van het mobiliteitsbeleid van ondernemingen. De dataset bestaat uit 150 werkgevers en 2.000 werknemers.